De mistroostige bouwpuist op de hoek van de Rechtestraat en de Vrijstraat in de Eindhovense binnenstad doet het ergste vermoeden. Zodra de bouwkundige hersteloperatie aan en in het voormalige grootwinkelhuis van V&D vorm heeft gekregen, zal er opnieuw een eigentijds prachtpand lijken te zijn opgetrokken. Maar weer zonder de grandeur en architectonische schoonheid die het állereerste echte V&D-gebouw op deze plek sierden.

Dat eerste gróte warenhuis, geopend in 1940 en alweer gesloopt in 1965, onderscheidde zich door prachtige staaltjes van  bouwkundige spitsvondigheid. In het bijzonder de glazen toren op de hoek. Het was een lust voor het oog, zo laten oudere Eindhovenaren nog altijd weten. Markant, eyecatcher, oriëntatiepunt. Maar hupsakee, weg ermee, was hét devies van  wederopbouwdromers die het in het Eindhoven van de ’60-er jaren voor het zeggen hadden.

De inmiddels gestripte ‘V&D van nu’ wordt voorzien van een vliesgevel met veel glas. ‘…Een mix van retail, flexibele werkplekken en horeca…’ gaan we straks achter die wand aantreffen. Dat wordt het dus, daar op die hoek. Spannend? Zonder mix geen sensatie vandaag de dag moet men gedacht hebben. Stadsontwikkeling lijkt een cliché. Op één van de oudste, en in elk geval meest centrale kruispunten in de Eindhovense binnenstad wordt dus een ‘mix’ de hotspot.

Mix is de commerciële trekker in het vakjargon van onroerend-goed-freaks. Een lege huls alias mistgordijn.Het ontbreken van een fraaie, herkenbare gevelversiering, dát zal zich pas echt wreken. Een plek waar iedereen naar toe wil, kan afspreken, zich oriënteren om niet te verdwalen. Dat zal het nooit meer worden. Twee keer niks dus.

Aan het Stadhuisplein eindelijk verlost van monotone rechthoekige en nietszeggende kantoorarchitectuur, krijgen we er op een van de meest markante oriëntatiepunten in de binnenstad een spic&span nieuw exemplaar voor terug. De meeste foeilelijke DDR-bouwsels rond het stadhuis hebben hun langste tijd gehad. Tegelijkertijd wordt er zonder schaamrood op de kaken, een eindje verderop alweer een eigentijdse variant van lelijkheid uit de grond gestampt.

Wat een gemiste kans. Een markante, glazen toren die vanaf de hoek van de Demer met de Marktstraat bezien, prominent naar je oprijst. Wat zou dat prachtig geweest zijn. Dit ontmoetingspunt midden in de stad verdient allure, en niet weer een strakke modernistisch aandoende nietszeggende gevelpartij. Zonder karakter, niet uitnodigend. En juist dat laatste zal de binnenstad de komende decennia zo broodnodig hebben om kloppend hart te kunnen blijven.

2 REACTIES

  1. Wat ik mij bij dit soort van thema’s vaak afvraag is of wij ‘krasse knarren’ onze herinneringen koesteren en blijvend levend willen houden. Een stad verandert, niets is blijvend en zeker nu zijn de veranderingen turbulent. Wie weet wat het gaat worden en hoe het wordt gewaardeerd?

  2. Gebouwen verdwijnen, herinneringen blijven en…..worden gekoesterd en versterkt !!!! Ineens schieten mede woorden van Lucebert te binnen : ” Alles van waarde is weerloos ” en dat geldt ook voor de Lichtstad, waar het licht van Philips langzaam is gedoofd.

Comments are closed.