De burgemeester mag met z’n dienstauto onbeperkt gebruik maken van de vrijliggende busbanen in Eindhoven. Nogal logisch.

Maar neen. Er is ophef over ontstaan. Raadsvragen zijn gesteld.
Heus gedoe op social media: wat zo’n eerste burger zich wel niet denkt te kunnen permitteren, wat denkt die burgemeester eigenlijk? Onzin dat hij dit exclusieve voorrecht heeft. Wie meent hij wel dat hij is , etc. etc.

Hulpdiensten die over het vrijliggende busbeton scheuren wordt als vanzelfsprekend geacht. En natuurlijk, in geval van hoge urgentie moet ook d’n burger snel ter plekke kunnen zijn. En geldt dat eigenlijk niet voor iedereen? Dus geen onderscheid, zo luidt het veelal benepen commentaar. 

De burgervader is 24 uur per dag beschikbaar. Voor de stad. Voor de inwoners en voor alles wat je daar nog boven óp kunt verzinnen. En dat is een hoop.
De functionaris is hoeder van sociale en economische groei, van onderlinge saamhorigheid en wordt geacht ons aller groepsverantwoordelijkheid en gemeenschapszin te bevorderen.
Daarvoor is hij áltijd in touw mag je veronderstellen.

Eindhoven op de kaart zetten, en vooral ook: er zíjn. En dat laatste veronderstelt maximale automobiliteit. Door weer en wind en tijdens álle seizoenen.
Dat er überhaupt een thema gemaakt wordt van dit ‘voorrecht’. Te gek voor woorden.
In de 5e stad van het land zijn er waarachtig wel belangrijkere thema’s te agenderen en raadsvragen over te stellen.

Verkeersveiligheid voorop, dat geldt ook op de busbaan.
Als niets vermoedende voetganger die de busbaan oversteekt, plotsklaps tegen de auto van de eerste burger aanlopen, het zou niet écht hándig zijn. Een publicitair drama van de eerste orde.
Oftewel, een raadsvraag over de randvoorwaarden kan ik me nog voorstellen.

Doe er alles aan opdat de dienstauto herkenbaar over de hoogwaardige OV-infrastructuur kan zoeven. Met zwaailicht, dan wel een automatische verbinding met de verkeerslichten. Vanzelfsprekend betekent het recht om de busbaan te gebruiken geenszins dat daarvan in álle geval gebruikt gemaakt dient te worden. Van de burgemeester mag je verwachten dat hij in wijsheid, en anders zijn chauffeur wel, gebruikt maakt van dit voorrecht. Hij staat immers tussen de burgers en niet daarboven.
De suggestie die wordt gewekt alsof hij deze laatste ‘ verheven’ uitstraling op zich laadt is belachelijk.
De functionaris dient gewoon alle ruimte, ook letterlijk, te krijgen om zijn werk goed te doen.
Misbruik wordt in openbare ambten in alle geval afgestraft.
En daar zit de burgemeester écht niet op te wachten.