Burgemeester Jorritsma formuleerde het bij de opening treffend: zonder een regelmatige blik in de achteruitkijkspiegel, kom je als automobilist gegarandeerd in de problemen. Oftewel: in een stad als Eindhoven, hard op weg om door te groeien naar zo’n 300.000 inwoners, moet je tenmínste goed blijven kijken naar wat er zich zoal heeft afgespeeld tijdens de éérste honderd jaar van ‘Groot Eindhoven’. De ingewikkelde route naar de toekomst wordt daardoor makkelijker uit te stippelen.

Gaat dat zien dus. Een expo in het Veemgebouw op Strijp-S waar tussen de grote verbouwingsactiviteiten door, een fraaie, met beeldend feitenmateriaal onderbouwde wandeling door de historie van de stad gemaakt kan worden. Wel voor liefhebbers van ‘veel lezen’, want er is veel tekst besteed aan de illustratie van die beelden….

Thom Aussems en Hans Horsten hebben een lijvig boekwerk in voorbereiding over de historie van de stad. De expo is de voorbode van het werk dat reeds in ‘coronajaar’ 2020 zou verschijnen.

Nog weer eens wordt duidelijk hoezeer het ‘Eindje’ tot bloei is gekomen onder invloed van de kumpenie. Philips als drager van welzijn en welvaart van de stad. Eindhoven, inmiddels alom beschouwd als dé groeimotor van de Nederlandse economie, had er écht anders uitgezien zonder de jarenlange electronicagigant in huis.

In de expo wordt ook zichtbaar gemaakt dat, hoe onooglijk op het eerste gezicht ook, de Dommel door de eeuwen heen wel degelijk van grote betekenis was voor de economische groei. Maar ook bijvoorbeeld de sociale historie, de invloed van de clerus en het gemis aan echte aandacht voor verrijking van een stedelijk cultuurprofiel: het komt allemaal aan bod.

Eerder vormde ‘Eindhoven 100 jaar’ ook al aanleiding tot andere nieuwe bijdragen aan geschiedschrijving over de stad. Het prachtige tweeluik ‘Acht eeuwen Eindhoven, verhaal van een stad’ van Jan van Schagen en de rijk geïllustreerde ‘Historische Atlas van Eindhoven’ onder redactie van Jaap Evert Abrahamse. Zeer de moeite waard.

Intussen wordt het misschien toch ook wat veel van het goede. De stadshistorie kent vele invalshoeken. Die zijn nou langzamerhand allemaal wel in geschiedschrijving verpakt. Álle eeuwen zijn in de boeken de revue gepasseerd.

Je zou bijna verlangen naar de bondige bespiegelingen van kunstenaar/meesterverteller Karel Vemeeren. Zijn eerste geschiedenisboekje verscheen in 1976 met de veelzeggende titel ‘Tussen gloeikouske en gloeilamp’. In ruim 200 pagina’s vatte hij de héle stadsgeschiedenis samen. Kom daar vandaag de dag nog maar eens om.