Dat kunnen we er nog wel bij hebben. Naast alle ellende gedurende de afgelopen decennia rondom de wurgcontracten waarmee Muziekgebouw Eindhoven al was belast. Nu blijkt ook het personeelsdossier nog te rammelen. Er werd voor de vorig jaar afgezwaaide directeur een riante ‘einde-oefenings-regeling’ bedacht. De toezichthouders hebben hun bevoegdheden creatief ingezet. Dat mag, maar de grootaandeelhouder, de gemeente Eindhoven, wist kennelijk van niks. Een te verzilveren handdruk én een eindloonpensioen én vervroegde uittreding behoren toch niet standaard tot de arbeidsvoorwaarden die met (semi-)ambtenaren worden overeengekomen? Een toets ten stadhuize: dat was wel zo slim geweest.

Formeel ongetwijfeld allemaal in de haak. Contracten kunnen in ons land gelukkig vrijelijk worden afgesloten. Het arbeidsrecht biedt álle mogelijkheden om het de werkgever én de werknemer naar de zin te maken. Zware, verantwoordelijke functies dienen goed bezoldigd te worden. En in de private sector geldt de wet van de markt.

Binnen het publieke domein geldt evenwel de ‘wet’ van het beschikbare budget. En dat is bij Muziekgebouw Eindhoven al járen zeer, zeer ontoereikend. De exploitatie laat nooit zwarte cijfers zien. Tegen die achtergrond lijken de getroffen regelingen een staaltje van bijzonder budgetbeheer. Hóe geprivatiseerd Muziekgebouw Eindhoven ook moge zijn, in financieel opzicht is het een volledig publieke instelling. Élke euro omdraaien, dat is het enige echte devies. Zonder heel erg veel gemeenschapsgeld was de cultuurtempel al lang gesloten. Amen en uit. Beheren van middelen uit de publieke kas legt een grote verantwoordelijkheid bij toezichthouders. Dat laatstgenoemden bij het muziekgebouw de titel van commissarissen hebben gekregen doet daar hoegenaamd niets aan af. Dat is uitsluitend windowdressing, alsof er plotsklaps een vrije markt opgebouwd zou zijn in de catacomben onder de concertzaal.

Het gemeentebestuur zet toezicht op vitale publieke instellingen ‘op afstand’. Vrijbrief voor financieel feesten? Integendeel. Juíst dan dient de nodige transparantie te worden betracht, zeker in de richting van diezelfde grootaandeelhouder: de gemeente. Álles óp tafel delen is de enige correcte route. Good governance in de publieke sector vraagt om publiekelijke verantwoording.

Het is beschamend dat het Eindhovense gemeentebestuur niet op de hoogte schijnt geweest te zijn van alle acties van de raad van commissarissen van Muziekgebouw Eindhoven. Maar het is minstens zo treurig dat informatie ook vanuit het college van burgemeester en wethouders achtergehouden lijkt te zijn. Het maakt het allemaal nog ingewikkelder.

Wethouder Yasin Torunoglu (PvdA) heeft een hoop uit te leggen.

1 REACTIE

  1. Beste Pieter, helaas leg je de vinger net op de verkeerde zere plek.
    De jaarlijkse tekorten hebben niet zoveel met, zoals jij het benoemd, een wurgcontract te maken. Maar wel alles met slecht management van een directeur die aangesteld is om de NV dagelijks te leiden. Dat is niet gelukt, integendeel. In 10 jaar heeft de directeur kans gezien om deze cultuur-instelling technisch failliet te krijgen met een negatief eigen vermogen van 3.0 miljoen euro.
    Verder is er sprake van onvoldoende toezicht door de Raad van Commissarissen. De commissarissen hebben de taak om namens de aandeelhouder de directeur te adviseren en te controleren. Dat is, mogen we wel vaststellen, niet of nauwelijks gebeurd.
    En dat bij een semi-publieke instelling die jaarlijks gefinancierd wordt met een forse injectie overheidsgeld en daarvoor maatschappelijke doelen moeten realiseren.
    Waar deze twee partijen wel mee bezig zijn geweest is het achter gesloten deuren praten over een te hoog salaris, extra pensioenvoorzieningen en een riante afvloeiingsregeling. Valt dat onder het ‘old-boys-network’?
    En zoals je zei terecht opmerkt heeft dit alles plaatsgevonden zonder de noodzakelijke transparantie te betrachten. Sterker nog, lange tijd werd de aandeelhouder zelfs niet geïnformeerd (lees de WOB-documenten). En wij als Gemeenteraad ook niet. Transparantie die moet en gebruikelijk is in de cultuursector. Alle basis cultuurinstellingen in Eindhoven zijn over de bezoldiging van de bestuurder volledig transparant. Ook landelijk is dit het geval, zie bijvoorbeeld het Concertgebouw. Alleen het Muziekgebouw Eindhoven niet. Zou men iets te verbergen hebben? Zijn de bedragen zo hoog dat het beschamend is?
    Het is zo makkelijk om weer naar de politiek te wijzen, maar in dit geval onterecht. Het zijn in eerste instantie de directeur en de RvC die het Muziekgebouw naar de rand van de afgrond hebben gebracht. En die willens en wetens afgezien hebben van transparantie over de vorstelijke bezoldiging.
    Mocht je echt geïnteresseerd zijn dan licht ik het graag een keer toe. Niet via een blog of in de social media, maar in een goed gesprek. En nodig dan meteen de heer Vringer en de RvC uit, je kent ze vermoedelijk goed. Misschien komt dan de waarheid boven water. Lijkt me interessant en verhelderend, toch?

Comments are closed.